Wat is het toepasselijk recht bij een verzoek om nietigverklaring Marokkaans huwelijk?
Het hof zal de volgende zeven vragen aan het Internationaal Juridisch Instituut te Den Haag voorleggen:
1. Heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht? Zo ja op grond van welke bepalingen. Geldt artikel 3 lid 1 sub ca Brussel II bis alleen voor (gewezen) echtgenoten of ook voor derden/externen. Zo ja waaruit is dit te concluderen?
2. Indien de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft in deze zaak, welk recht is dan van toepassing?
3. Indien Marokkaans recht van toepassing is heeft het hof de volgende vragen:
a. heeft er op 7 maart 1988 een naar Marokkaans recht rechtsgeldig huwelijk plaatsgevonden?
b. kan naar Marokkaans recht nietigverklaring van een dergelijk huwelijk worden verzocht?
c. kan naar Marokkaans recht een derde nietigverklaring verzoeken?
4. Dient de verstoting en de beoordeling daarvan door de rechter naar Nederlands recht conform artikel 10:58 BW, zoals de rechtbank heeft gedaan, betrokken te worden in deze casus nu een Marokkaanse rechter heeft geoordeeld dat er een huwelijk heeft plaatsgevonden op 7 maart 1988?
5. Kan de Nederlandse rechter met toepassing van Marokkaans recht het huwelijk van
7 maart 1988 nietig verklaren gelet op de uitspraak van de rechtbank te Nador van maart 2012?
6. Geldt artikel 10:58 BW, ingevoerd per 1 januari 2012, ook voor een verstoting in 1988?
7. Zijn er overigens nog bijzonderheden te vermelden die in dit kader van belang zijn en/of in hoeverre komen er uit het onderzoek bevindingen naar voren die niet aan de orde zijn gekomen in de onderzoeksvragen maar wel van belang kunnen zijn voor de beslechting van het voorliggende geschil?