VAKnieuws

Ga terug naar het VAKnieuws overzicht

GGZ (zorgmachtiging): praktische omstandigheden rechtvaardigen beeldbellen door psychiater niet

Nr: 23030 Hoge Raad der Nederlanden, 21-04-2023 ECLI:NL:HR:2023:663 Jurisprudentie Rechtsontwikkeling GGZ 6:4 Wvggz

Rechtsvraag

Mocht de psychiater bij zijn onderzoek volstaan met beeldbellen met betrokkene?

Overweging

De psychiater dient het in de Wvggz voor de diverse vormen van verplichte zorg voorgeschreven medische onderzoek in beginsel aldus te verrichten dat hij de betrokkene in een direct contact, dat wil zeggen: in diens fysieke aanwezigheid, spreekt en observeert. Dit is slechts anders indien dat redelijkerwijs niet mogelijk is. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een weigering van de betrokkene om aan een onderzoek mee te werken, maar ook andere omstandigheden kunnen meebrengen dat onderzoek in fysieke aanwezigheid van de betrokkene niet of slechts beperkt mogelijk is. In die gevallen zal, met het oog op de beoogde maatregel, steeds op de best mogelijke manier moeten worden getracht inzicht te verkrijgen in de actuele gezondheidstoestand van de betrokkene en de noodzaak tot het treffen van de beoogde maatregel.

Uit de toelichting van de psychiater in de medische verklaring blijkt niet van omstandigheden die kunnen meebrengen dat een onderzoek in fysieke aanwezigheid van betrokkene redelijkerwijs niet mogelijk was. De daarin vermelde omstandigheden (zoals personele schaarste, vermindering van reisbewegingen, positieve ervaringen die zijn opgedaan met beeldbellen) zijn van algemene aard en brengen niet mee dat in dit concrete geval een onderzoek in fysieke aanwezigheid van betrokkene redelijkerwijs niet mogelijk was, zoals bedoeld in de hiervoor in 3.2 vermelde rechtspraak (niet opgenomen, red.). Het stond de rechtbank niet vrij om desondanks de verzochte zorgmachtiging te verlenen.
De omstandigheid dat betrokkene volgens de medische verklaring is ingegaan op het voorstel om het onderzoek te doen via beeldbellen doet niet af aan hetgeen hiervoor is overwogen.

(zie ook Hoge Raad 21 april 2023, ECLI:NL:HR:2023:666)

Lees verder