VAKnieuws

Ga terug naar het VAKnieuws overzicht

Geen medeaansprakelijkheid opvolgend advocaat voor voldoen griffierecht

Nr: 16088 Hoge Raad der Nederlanden, 12-08-2016 ECLI:NL:HR:2016:1926 Jurisprudentie Rechtseenheid Procesrecht 28 Wet griffierechten burgerlijke zaken

Rechtsvraag

Is de opvolgend advocaat medeaansprakelijk voor voldoening van griffierecht dat is vastgesteld op basis van proceshandeling die door de voorgaande advocaat is verricht?

Overweging

Nee. In het stelsel van de Wet griffierechten burgerlijke zaken (Wgbz) wordt het griffierecht door een partij verschuldigd bij de eerste uitroeping van de zaak of op de eerste roldatum. Dit brengt mee dat de medeaansprakelijkheid van een advocaat op de voet van art. 28 Wgbz rust en blijft rusten op degene die als zodanig voor die partij optreedt op het moment dat de proceshandeling wordt verricht waardoor de verplichting tot betaling van het griffierecht ontstaat. Deze advocaat draagt immers de verantwoordelijkheid voor het verrichten van die proceshandeling.

De tekst en de totstandkomingsgeschiedenis van de Wgbz bieden geen aanknopingspunt om aan te nemen dat de medeaansprakelijkheid van art. 28 Wgbz daarnaast zou komen te rusten op de advocaat die in een procedure voor een partij gaat optreden nadat de proceshandeling is verricht die de verplichting tot betaling van het griffierecht in het leven heeft geroepen.

Lees verder