VAKnieuws
Bopz: betekenis mondelinge uitspraak van artikel 30p RvRechtsvraagIs de regeling van artikel 30p Rv een exclusieve regeling voor het doen van een mondelinge uitspraak? OverwegingHR: Nee. Onder het voorheen geldende recht was de mondelinge uitspraak alleen wettelijk geregeld voor tussenvonnissen (art. 232 lid 2 (oud) Rv). In de praktijk komt de mondelinge uitspraak evenwel voor bij alle soorten van uitspraken, dus ook einduitspraken, en wel in het geval dat een zodanig spoedeisend belang bestaat bij een uitspraak dat een (volledige) schriftelijke uitwerking daarvan niet kan worden afgewacht en de uitspraak dus aanvankelijk alleen in mondelinge vorm kan worden gedaan. Dit betreft (dus) niet alleen het kort geding, maar ook andere soorten procedures. De beslissing op een verzoek tot vrijheidsbeneming op grond van de Wet Bopz vormt daarvan een voorbeeld: in veel gevallen zal alleen al in verband met het karakter van deze beslissing en ook met de korte termijnen die gelden op grond van de Wet Bopz, het hiervoor bedoelde spoedeisend belang bij een mondelinge uitspraak bestaan. (...) Naar kan worden afgeleid uit de op art. 30p Rv gegeven toelichting, is met die bepaling evenwel niet beoogd om af te doen aan de bestaande praktijk met betrekking tot de mondelinge uitspraak. (...) Ofschoon de toelichting ook passages bevat die in een andere richting wijzen, moet daarom worden aangenomen dat de bestaande praktijk (...) naar de bedoeling van de wetgever onder het huidige recht voor die gevallen kan worden voortgezet. De bepaling van art. 30p Rv ziet, mede blijkens de daarop gegeven toelichting, kennelijk met name op eenvoudige zaken, waarin geen spoedeisend belang bij de uitspraak behoeft te bestaan en waarin de hiervoor voorschriften praktisch toepasbaar zijn. De rechter kan dus zowel overeenkomstig de bestaande praktijk, als op de voet van art. 30p Rv mondeling uitspraak doen, in eerstgenoemd geval als een spoedeisend belang bestaat zoals hiervoor omschreven, in laatstgenoemd geval als het gaat om een beslissing die zich daarvoor leent. (Zie ook Conclusie A-G van 16 maart 2018, ECLI:NL:PHR:2018:300 en 301) Cursussen binnenkort: |