VAKnieuws
81 RO: duiding huwelijkse voorwaardenRechtsvraagHeeft het hof zich ten onrechte beperkt tot de vaststelling dat de man verplicht is aan de vrouw het woongenot te verschaffen van het door hem verworven appartement en moet in dat kader art. 7 van de akte huwelijkse voorwaarden worden gekwalificeerd als een alimentatie-overeenkomst? OverwegingHR: verwerping beroep op grond van art. 81 lid 1 RO. A-G: Nee. In de procedure voor het gerechtshof heeft de man nimmer het standpunt ingenomen dat de in art. 7 van de huwelijkse voorwaarden opgenomen verplichting zou zijn aan te merken als een alimentatieovereenkomst als bedoeld in art. 1:158 BW. De man heeft in de procedure voor het gerechtshof zelfs niet gesteld dat de (feitelijke) terbeschikkingstelling van woonruimte aan de vrouw moet worden aangemerkt als een uitkering tot levensonderhoud. Ook het hof heeft dit niet aangenomen. De vrouw had in hoger beroep verzocht om vaststelling van een partneralimentatie ten laste van de man, maar uitsluitend voor het geval dat zij gedwongen zou worden het appartement te A te verlaten. Het uitgangspunt van middelonderdeel 1, dat hier sprake is van een (voorhuwelijkse) alimentatieovereenkomst, mist dan ook feitelijke grondslag. Cursussen binnenkort: |