VAKnieuws

Ga terug naar het VAKnieuws overzicht

Geen verval van sanctie verbeurdverklaring aandeel in vermogen nalatenschap wegens opzettelijke verzwijging en inkeer

Nr: 17063 Hoge Raad der Nederlanden, 31-03-2017 ECLI:NL:HR:2017:565 Jurisprudentie Rechtsontwikkeling Erfrecht 1:135 lid 3 BW, 3:194 BW

Rechtsvraag

Heeft het hof miskend dat de verzwijging van een tot een te verdelen erfenis behorend vermogen nadien nog kan worden hersteld, met als gevolg dat de sanctie van verbeurdverklaring van aandeel erfgenaam dan komt te vervallen?

Overweging

De wettekst biedt aan deze opvatting geen steun. Voorts wijzen de wetsgeschiedenis en de strekking van art. 3:194 BW in andere richting; als een eenmaal plaatsgevonden verzwijging in de zin van deze bepaling naderhand zou kunnen worden hersteld met het daaraan door het onderdeel verbonden rechtsgevolg, zou immers niet of nauwelijks meer sprake zijn van een ontmoediging van oneerlijk gedrag waarvan afschrikwekkende werking uitgaat. Het vorenstaande neemt niet weg dat onder bijzondere, door de partij die haar aandeel in het desbetreffende goed in beginsel heeft verbeurd te stellen en zo nodig te bewijzen, omstandigheden een beroep op deze bepaling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar kan zijn (art. 6:2 lid 2 BW). Daarop is in deze zaak evenwel geen beroep gedaan.

Cursussen binnenkort:

Lees verder