VAKnieuws
GezagsbeëindigingRechtsvraagWordt in artikel 8 EVRM een striktere maatstaf gehanteerd dan in artikel 1:266 BW? OverwegingHet hof oordeelt van niet. De rechtbank heeft geoordeeld dat er strikt genomen aan de criteria voor gezagsbeëindiging zoals genoemd in artikel 1:266 lid 1 sub a BW wordt voldaan maar dat niet aan de aanvullende maatstaven van artikel 8 EVRM wordt voldaan. Volgens de rechtbank ontbreekt de noodzaak voor een gezagsbeëindiging. Anders dan de rechtbank is het hof van oordeel dat ook aan de vereisten die artikel 8 EVRM stelt aan een gezagsbeëindiging wordt voldaan. Naar het oordeel van het hof wordt in artikel 8 EVRM geen striktere maatstaf gehanteerd dan in artikel 1:266 BW. Het maken van een afweging tussen de belangen van het kind en die van de ouders is in beide artikelen het uitgangspunt. In de loop der jaren is het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) het belang van het kind steeds uitdrukkelijker gaan meewegen bij deze belangenafweging. De eerdere herenigingsdoelstelling (hereniging van het kind met de ouders) heeft daardoor in zaken over pleeggezinplaatsingen steeds meer plaats moeten maken voor de continuïteitsdoelstelling (de wenselijkheid in bepaalde gevallen dat het kind blijft verblijven bij de pleegouders). Deze rechtspraak van het EHRM is samengevat in de uitspraak Strand Lobben. Het EHRM overwoog in deze uitspraak onder meer als volgt: “206. In instances where the respective interests of a child and those of the parents come into conflict, Article 8 requires that the domestic authorities should strike a fair balance between those interests and that, in the balancing process, particular importance should be attached to the best interests of the child which, depending on their nature and seriousness, may override those of the parents (…). (…) 208. Another guiding principle is that a care order should be regarded as a temporary measure, to be discontinued as soon as circumstances permit, and that any measures implementing temporary care should be consistent with the ultimate aim of reuniting the natural parents and the child (…). However, when a considerable period of time has passed since the child was originally taken into public care, the interest of a child not to have his or her de facto family situation changed again may override the interests of the parents to have their family reunited (…)”
Cursussen binnenkort: |