VAKnieuws

Ga terug naar het VAKnieuws overzicht

Beantwoording prejudiciële vragen inzake verzoek ontslag bewindvoerd/mentor

Nr: 21074 , 18-06-2021 ECLI:NL:HR:2021:950 Jurisprudentie Rechtsontwikkeling Curatele, bewind en mentorschap 397, 798 Rv, 1:435, 1:448, 1:452, 1:461, 1:385 BW

Rechtsvraag

Het hof heeft vervolgens op de voet van art. 392 Rv de volgende prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld:  

“1. Is bij verzoeken tot ontslag van een bewindvoerder of een mentor (en benoeming van een andere) artikel 798 lid 2 Rv van toepassing?

2. Maakt het daarbij verschil of de bewindvoerder/mentor van wie het ontslag wordt verzocht behoort tot de in artikel 1:435 lid 4 BW en artikel 1:452 lid 4 BW bedoelde personen uit de eigen kring van de rechthebbende/betrokkene, dan wel een ander (veelal een professionele bewindvoerder/mentor)?

3. Is voor de beantwoording van de eerste vraag van belang of het verzoek tot ontslag wordt gedaan door de bewindvoerder/mentor zelf of door een van de andere personen, bedoeld in artikel 1:448 lid 2 BW en artikel 1:461 lid 2 BW?

4. Is voor de beantwoording van de eerste vraag van belang of het verzoek strekt tot benoeming van een andere bewindvoerder die behoort tot de in artikel 1:435 lid 4 BW en artikel 1:452 lid 4 BW bedoelde personen uit de eigen kring van de rechthebbende/betrokkene, dan wel een ander (veelal een professionele bewindvoerder/mentor)?

5. In hoeverre geldt voor verzoeken tot ontslag van een curator op grond van artikel 1:385 lid 1 onder d BW hetzelfde?”

Overweging

Uit het voorgaande volgt dat de eerste prejudiciële vraag bevestigend moet worden beantwoord: in procedures over ontslag van een bewindvoerder of een mentor en benoeming van een opvolger is art. 798 lid 2 Rv van toepassing. De tweede tot en met vierde vraag moeten ontkennend worden beantwoord. De vijfde vraag moet aldus worden beantwoord dat art. 798 lid 2 Rv ook van toepassing is in procedures over ontslag van een curator en de benoeming van een opvolger.

Cursussen binnenkort:

Lees verder