VAKnieuws

Ga terug naar het VAKnieuws overzicht

Schorsing van rechtswege vanwege verlies hoedanigheid cassatieadvocaat

Nr: 16080 Hoge Raad der Nederlanden, 05-07-2016 ECLI:NL:HR:2016:1389 Jurisprudentie Rechtseenheid Procesrecht 226, 418a, 426b Rv, 9j lid 1 Advocatenwet

Rechtsvraag

Wat is het gevolg van het verlies van hoedanigheid als cassatieadvocaat in reeds aanhangige verzoekschriftprocedure?

Overweging

Ook in verzoekschriftzaken in cassatie is vertegenwoordiging door een advocaat bij de Hoge Raad verplicht (art. 426a lid 1 Rv; art. 426b lid 3 Rv; art. 427a lid 2 Rv). Voor de verzoekschriftprocedure ontbreekt een met art. 418a Rv vergelijkbare schakelbepaling die art. 226 Rv van toepassing verklaart. De wet en de aard van de verzoekschriftprocedure zoals geregeld in de art. 261 e.v. Rv verzetten zich niet tegen overeenkomstige toepassing van art. 226 Rv op verzoekschriftprocedures. Er zijn geen aanwijzingen dat de wetgever, door de regeling van art. 226 Rv alleen in de dagvaardingsprocedure op te nemen, daarbuiten de mogelijkheid van schorsing van het geding van rechtswege heeft willen uitsluiten.

Derhalve moet worden aangenomen dat het voorgaande ook geldt voor verzoekschriftprocedures waarin voor een partij of belanghebbende een advocaat bij de Hoge Raad optreedt die zijn hoedanigheid van advocaat bij de Hoge Raad verliest, met dien verstande dat de schorsing van de procedure en de aanzegging van de hervatting door de griffier van de Hoge Raad kenbaar worden gemaakt aan de verweerder en eventuele belanghebbenden (art. 426b Rv).

Lees verder