VAKnieuws

Ga terug naar het VAKnieuws overzicht

81 RO, gezagsbeëindiging na ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing

Nr: 16102 Hoge Raad der Nederlanden, 09-09-2016 ECLI:NL:PHR:2016:507 Jurisprudentie Geschilbeslechting Gezag en omgang 81 RO, 1:266 BW

Rechtsvraag

Heeft het hof op voet van art. 8 EVRM jo art. 3 IVRK jo art. 6 EVRM de belangen van de minderjarigen en de gezinssituatie van de minderjarigen steeds als eerste in de beoordeling betrokken?

Overweging

HR: verwerping beroep op grond van art. 81 lid 1 RO.

A-G: Ja, uit de MvT van Kamerstukken 32015 blijkt dat om aan de vereisten van het EVRM te kunnen voldoen, in de meeste gevallen aan een gezagsbeëindiging een ondertoezichtstelling zal vooraf gaan. Niet zelden zullen immers zonder voorafgaande ondertoezichtstelling te weinig feiten beschikbaar zijn om het verzoekschrift gezagsbeëindiging voldoende te kunnen onderbouwen. Dit is na een ondertoezichtstelling eenvoudiger, omdat dan beter verantwoord kan worden dat, ondanks de verleende hulp en steun, de ouders niet in staat zijn om hun verantwoordelijkheid te nemen. Deze vraag of een gezagsbeëindiging aan de orde is, komt bij iedere verlenging van de ondertoezichtstelling steeds nadrukkelijker aan de orde.

Cursussen binnenkort:

Lees verder