VAKnieuws

Ga terug naar het VAKnieuws overzicht

Verzoek tot vervangende toestemming erkenning: instemming daad van verwekking bij kunstmatige bevruchting.

Nr: 24006 Hoge Raad der Nederlanden, 02-02-2024 ECLI:NL:HR:2024:148 Jurisprudentie Rechtsontwikkeling Algemeen
Erkenning
1:204 lid 4 BW

Rechtsvraag

Wanneer is bij kunstmatige bevruchting sprake van instemming met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad?

Overweging

De Hoge Raad oordeelt dat bij kunstmatige bevruchting onder een ‘daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad’ in de zin van artikel 1:204 lid 4 BW het gehele traject van kunstmatige bevruchting verstaan wordt. Het gaat dus niet enkel om het moment van bevruchting of het moment van plaatsing van de embryo in de baarmoeder. Van ‘instemming als levensgezel’ als bedoeld in die bepaling is dan pas sprake als de levensgezel en de moeder samen hebben besloten om langs de gevolgde weg van kunstmatige bevruchting (te proberen) een kind te krijgen.

Lees verder