VAKnieuws

Ga terug naar het VAKnieuws overzicht

GGZ :beoordelingsruimte na terugverwijzing bij cassatie

Nr: 22099 Hoge Raad der Nederlanden, 18-11-2022 ECLI:NL:HR:2022:1701 Jurisprudentie Rechtseenheid GGZ 422 Rv, 6:1 BW

Rechtsvraag

Heeft de rechtbank een te beperkte uitleg heeft gegeven aan art. 422 Rv en ten onrechte de door betrokkene na cassatie en terugwijzing ingenomen standpunten niet in de beoordeling betrokken?.

Overweging

Uit de rechtspraak van de Hoge Raad onder de Wet Bopz (oud) volgt dat ingeval na cassatie en verwijzing opnieuw moet worden beslist over de verlening van een machtiging op een tijdstip dat binnen de geldigheidsduur van de (opnieuw) te verlenen machtiging valt, de rechtbank haar beslissing dient te nemen op basis van de feiten en omstandigheden die zich ten tijde van die beslissing voordoen (beoordeling ‘ex nunc’). Indien echter ten tijde van de beoordeling na cassatie en terugwijzing de bij de vernietigde beslissing gegeven machtiging inmiddels is vervallen, moet de rechtbank beoordelen of op het tijdstip dat de vernietigde beslissing werd gegeven voldoende grond bestond voor het verlenen van de verzochte machtiging (beoordeling ‘ex tunc’). ( Vgl. HR 12 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1202, rov. 3.1.2-3.1.3.) Deze rechtspraak geldt ook onder de Wvggz.

Lees verder